Skip to content

De beste oefeningen heten experiment

En laten je het verschil zien tussen voor en na

Daar is onze generatie mee groot gebracht, als je iets onder de knie wilt krijgen is het credo: oefen en nog eens oefenen.

Lijkt logisch. Maar, het is niet het hele verhaal. Oefenen en nog eens oefenen is zinloos als je alleen bezig bent met herhalen. Je laat het belangrijkste dan weg: analyse.

Wat is dan de beste manier om te oefenen?

Voor mij persoonlijk werd ik altijd onrustig bij het woord oefenen. Saai, vaak hetzelfde en trage vooruitgang. Maar vooral dat eerste woord: niks voor mij en ook de insteek. Oefenen betekent dat je minder inzet hebt om het gelijk goed te laten lijken want: het is maar een oefening.

Misschien ben jij ook iemand die dan goedkoop papier neemt, ja, laat maar bezinken wat dat doet met de uitkomst van een oefening. Nou, genoeg psycho dan weer, welke oefeningen dan wel?

Ik noem ze experimenten. Ja, dat klinkt al veel beter.

Voor het allereerste experiment ga ik terug naar Hoorn, het Werenfridus om precies te zijn. Ik was 14 toen ik daar lachend tijdens de tekenles mijn eerste 10 voor tekenen kreeg.

Nee, niet omdat ik al zo geweldig kon tekenen. Maar ik had een methode om te oefenen. Ik geef toe, omslachtig, dat wel, maar dat boeide me toen niet. Maakte ook niet uit, ik wilde gewoon die 10.

Ik nam uit De Grasduinen het voorbeeld van een sperwer. Ik tekende hem na, legde het voorbeeld weg en tekende hem opnieuw.

Maar dan wel helemaal uit mijn hoofd. En dat net zo lang tot dat hij helemaal goed was. Tijdens de tekenles zou hij dan zo uit mijn potlood tevoorschijn komen. Zeker de weg van de lange adem maar het werkte prima.

Een verzameling experimenten

Wat was er zo goed aan die vogel?

Dat je analyseert waar het mis gaat. En dat ook heel nauwkeurig doet. Omdat je steeds moet onthouden waar je de mist in ging. Want ja, de volgende doe je weer uit je hoofd. Heb je niks meer om naar te kijken, geen voorbeeld. Alleen wat in je geheugen is blijven hangen.

Kijk, als je keer op keer opnieuw begint met oefenen herhaal je ook iedere keer dezelfde fouten. Oefening baart kunst gaat niet op zo. Natuurlijk, van elke tekening leer je iets.

Maar het gaat dan wel heel..heel…l..a..n..g..z..a..a..m . Uiteindelijk gaat de lol er wel vanaf. En beland de hele boel op zolder. Je kleinkinderen later verbaasd: 'Wist jij dat?'

De sleutel is dat veel tekencursussen je honderduit vertellen over tekentechnieken, materiaal en dingen als perspectief. Maar wat dan ontbreekt is dit: zien

En nee, kijken is geen zien. Je kan kijken en toch niet zien. Wanneer je denkt: 'Toch weer psycho,' begin dat met optische illusies. Heb er eentje voor hieronder geplakt. Dat zou ook een onderdeel moeten zijn in de formule van geweldige experimenteren.

Dan hebben we de drie speerpunten: zien, analyse en herhaling. En dat zo door totdat het goed is.

Welke figuur is de grootste van de drie? (gebruik de centimeter)

Waarmee en hoe

ik kies voor nieuwe materialen uitproberen meestal een boom. Met een boom kun je niet de mist in gaan. Zou je denken. Nou, ik begin er altijd mee in de workshops. Verbazing natuurlijk, maar voor ik iets zeg moet toch eerst de boom getekend zijn. Ik trek er een kwartier voor uit want anders is de dag zo voorbij.

Waar het mij om gaat is wanneer dan die getekende boom vergeleken wordt deelnemers inzien hoeveel details ze overslaan. Kijken is voor ons routine, zo als je gewoon naar buiten kijkt, maar die routine is niks waard als je een portret wilt tekenen. De eerste stap in dat proces is ontdekken wat je niet ziet. Met hulp van een boom.

We zijn er nog niet want ik ben nog niet klaar met die boom dan. Punt 2 is net zo belangrijk, hoe lijkt het 3d op een plat vlak. Hoe je takken aan een stam plakt vertelt iets over wat je weet aan perspectief. En dat is voor een boom tekenen nou precies hetzelfde als voor een gezicht. Wanneer we die boom dan nog een keer gaan doen is het eerste verschil al gelijk zichtbaar. 

Conclusie: oefeningen in de praktijk

Oefeningen zijn alleen effectief als je het verschil ziet tussen hoe het eerst was en hoe het na de oefening eruit ziet

Dit is een manier om dat te doen: Je tekent een foto na. Of iets uit het echt. Klaar? Dan nog een keer. Uit je hoofd. Als je dat dagelijks 1x doet voor een kwartiertje dan heb je met 2-3 weken een 10 voor tekenen.

Verdiep je wel even in tekentechnieken als het kijken naar vormen of het kijken naar licht. En hoe je perspectief maakt.

In het kort:

  • Zet tekeningen op met hulplijnen
  • Pak portretten vanaf 3 kwart. Is makkelijker
  • Wees niet bang om aan te rommelen. Zeker in het begin lijkt het soms chaotisch. Dat is geen punt, het is gewoon ontbreken van ervaring.
  • Gebruik rechte hulplijnen
  • Met rechte lijnen teken je makkelijker de verhoudingen. Gebogen lijnen zijn altijd lastig. Het voorbeeld van de cirkel tekenen. uit de losse hand gaat moeizaam. Maar teken eerst een vierkant en dan de cirkel erin. Dat gaat al gelijk beter.

Ik gebruik met schetsen nog vaak hulplijnen, als hier bijvoorbeeld bij de ogen. Schetsboeken koop ik bij de Action omdat ik als een schets klaar is hem overzet, met een lightpad, op het goede tekenpapier.

Dit was een experiment omdat ik een nieuw potlood probeerde: de Faber Castell Matt Pit, een potlood serie die gaat tot 14B waarmee je echt diep zwart kan maken, als je hier bij de haren ziet. Als onderlaag had ik met watten een laag houtskool aangebracht. 

Teken eerst 3/4 gezichten
Tijdens de workshops die ik gaf bleek dat mensen over het algemeen minder moeite hadden met portretten 3/4 vanaf de zijkant. Er zullen gerust uitzonderingen zijn maar het is maar dat je het weet.

Leer inschatten
Zet een foto neer op een afstandje (of scherm). Meet de breedte op het oog en teken de lijn. Houd hem dan naast de foto en meet. Goed? Nee, dan nog een keer. Net zolang tot je hem hebt. Dan pak je weer een ander punt, elke dag 10 minuten doet wonderen. 

Hoe meer controle je wilt, zeker in het begin, hoe minder het lukt
Creativiteit is nooit logisch. De beste tekeningen beginnen, althans bij mij, in de schets nog al eens als een rommeltje. Maar dat is het fundament. Daarom start ik vaak op goedkoop papier. Net zolang tot het goed is. Dan zet ik hem over met de lightpad op Canson 160 of Strathmore 400 papier.

Wat niet lukt telt ook mee
Niemand laat graag zijn mislukkingen zien. Maar ik heb er stapels. Ik schilderde al een jaar of 2 toen ik met een vriend mijn aquarellen doornam.

Het waren er een stuk of veertig. ‘Die is niks, die, nou ja, o.k. heeft wat maar is het net niet.’ En deze? ‘Hmm, gaat, komt ook niet aan de muur.’ Je begrijpt de indruk. Er bleven er 5 over die echt de moeite waard waren.

Uren werk. Maar je zou die prachtige 5 niet kunnen maken zonder de halfbakken anderen. Dat was het ‘slechte nieuws.’ Maar na verloop van tijd ga je wel zien dat, afhankelijk van hoe jij het aanpakt, je steeds minder de prullenbak in gooit.

Dan nog 1 dingetje: op bladzijde 17 van het boek 7x Verschil staat nog precies hoe dat experiment met de boom gaat en welke vragen ik daarbij stel tijdens de workshops. Ik wens je alle succes met tekenen.

Portret tekenen is geen appeltje eitje

Omdat de meeste mensen achterstevoren beginnen

Logisch, want je wilt het liefst ineens een portret dat lijkt. Maar dat is gelijk aan de Mount Everst willen beklimmen zonder weten hoe je touw en gereedschap gebruikt.

Download het boek 7x Verschil door Paul Bakker

Ontdek hoe je stap voor stap realistisch gaat portret tekenen waarmee je een ‘amateuristische look’ voorkomt.