Hoe teken je fotorealistische huid met potlood, doezelaar en gum
Toen ik begon met portretten was niet alleen de verhouding van een gezicht een worsteling maar een tweede punt was de huid. Want bij mij leken het steeds van die ingekleurde grijze vlakken, uitgesmeerd, eerder plamuur en zeker geen realisme.
Als ik de mijne dan vergeleek met die hyperrealistische tekeningen op internet wilde ik het bijltje er al bij neer gooien want ja, hoe deden ze dat dan precies?
Eenmaal zover als nu blijkt het helemaal niet zo’n hocus pocus als toen. Maar met redelijk eenvoudige technieken, beetje geduld en vooral niet hard drukken op je potlood kom je een heel eind.
Maar eerst het begin, alles telt want je kent het gezegde: een ketting is niet nou ja, cliché maar toch,
vandaar stap nummer 1: de foto. Zorg dat t’ie scherp is. Wazige foto’s geven wazig resultaat. Wazig omdat wat je niet ziet je er haast als vanzelf (onbewust) bij verzint, om het af te maken. Zo zit ons denken nu eenmaal in elkaar. Maar wat je bedenkt is niet wat je eigenlijk zou moeten zien, en het einde is dan dat het (net) niet lijkt. Aldus nodig: 1 knappe en vooral echt scherpe foto.
Wat ik er mee doe, heb je een fotobewerker voor nodig, is eerst een beetje spelen met het contrast in die foto. Ik zet het contrast hoger zodat ik goed de schaduwen kan zien, het verloop, waar ze ophouden en vooral ook, hoe en welke dragen nu echt bij aan het perspectief van een gezicht.
Check materiaal
Waarmee je tekent hangt af van de foto. Veel contrast bekent dat je zachte potloden nodig hebt, anders kom je niet tot die donkere toonwaarden. Is het voornamelijk licht, dan de wat hardere als een F of HB. Tja, en doezelaars, dat kan ook ander spul zijn zoals watten of tissue.
En dan begint het echt, de lijnen tekening. Nu is dit een deel van het gezicht dus weinig gedoe met verhoudingen. Deze lijnen tekende ik met een B potlood. Beetje zacht kun je er gewoon overheen tekenen, geen gum nodig, zie je straks niks meer van.