Alle begin is makkelijk
Als je deze 3 kent maak je het jezelf wat makkelijker
Hier komt ook het formaat waarop je werkt om de hoek kijken want wanneer je een portret tekent op 40 x 60 cm kun je niet elk detail weergeven. Je kunt het wel suggereren. Met technieken kun je de indruk van fotorealisme geven. Hyperrealisme is nog meer afhankelijk van het formaat. Heel groot tekenen en vervolgens verkleinen geeft een (foto) realistische indruk.
Hoe je details tekent en ook wat je weglaat, maakt of breekt je fotorealisme.
Op de afbeelding hierboven nog meer detailpunten
De waterdruppels maken dit portret helemaal af. Je ziet hoe je met schaduw vanaf 1) potloodstrepen op een plat vlak naar 2) gaat, een 3D illusie alleen door schaduw. De ‘bol’ aan het einde van de waterdruppels ontstaat enkel door de schaduw 3) die meer uitsteekt dan de rest.
Met als uitzondering: alle begin is makkelijk. De titel vertelt al wat het is. En helpt je vooral als je pas begint met tekenen. De 3 dingen die je daar tegen komt zijn niet moeilijk maar je gaat zien dat ze heel veel verschil maken.
Als je deze 3 kent maak je het jezelf wat makkelijker
Het geheim is dat je beter niet alles tekent wat je ziet. Erger nog: dan lijkt het minder ‘echt.’
Hoe teken je fotorealistisch. Antwoord: teken eerst heel groot en maak het dan klein
Realisme berust ook op patronen. Zo zitten wij als mens nu eenmaal in elkaar. We kijken liever naar iets wat ordelijk overkomt dat naar wanorde. Die voorkeur is een handig middel om de indruk van fotorealisme in je tekening te vergroten. Dat betekent wel dat je niet altijd letterlijk je referentie foto moet overnemen.
Een patroon wat er ook voor zorgt dat er perspectief, dus diepte in de tekening ontstaat, zijn de drie schaduwen bij de pijlen. Het is geen toeval dat ze van groot naar klein gaan. Groot en donker neigt naar voren.
Contrast: de schaduwen langs de druppels zijn getekend met 2B potlood. Water reflecteert en om dat goed te laten zien moet je het contrast overdrijven. Dat is nog een factor in realisme, weten wanneer je bepaalde onderdelen van je tekening moet overdrijven om een realistische indruk achter te laten.
Het wit van het papier wat zorgt voor de ‘reflectie’. Echt wit bereik je niet met gum. Je kunt daarom beter van te voren aangeven op je tekening welke plekken je wit laat. Wil je dat het wit nog ‘feller’ overkomt? Zet er dan donkerder partijen omheen. Nog een situatie waarin je kiest om contrast te overdrijven.
‘Shading’: het doezelen met gum en doezelaar wat zorgt voor vage tinten die de illusie van water versterken. Door gum te snijden in verschillende maten kun je met elk stukje weer een bepaald effect bereiken.
Je kunt ook kneed-gum gebruiken maar vooral omdat het grafiet van het potlood blijft plakken heb je al snel een zwarte bal in je handen.
Wat is nou het verschil dan tussen ‘gewoon’ tekenen en foto-realistisch?
Hoe krijg je al die pieteprutterige details in een oog en lijken ze toch net echt?
Hoe teken je fotorealistisch. Antwoord: teken eerst heel groot en maak het dan klein
Omdat de meeste mensen achterstevoren beginnen.
Logisch, want je wilt het liefst ineens een portret dat lijkt. Maar dat is gelijk aan de Mount Everst willen beklimmen zonder weten hoe je touw en gereedschap gebruikt.
Ontdek hoe je stap voor stap realistisch gaat portret tekenen waarmee je een ‘amateuristische’ look voorkomt.